Bovenop de drie kilometer lange Gaasperdammertunnel in Amsterdam is een park aangelegd. Bewoners aan weerszijden van de A9 konden elkaar voor 2021 alleen via een aantal fietstunnels onder de A9 door bereiken. Nu vormt de rijksweg geen barrière meer. In tegendeel: het Brasapark is juist een plek om elkaar te ontmoeten.
Omgevingsmanager Lammert Postma (Rijkswaterstaat) en landschapsarchitect Ruwan Aluvihare en Sam Franklin (gemeente Amsterdam) vertellen over de samenwerking met lokale partijen en hoe het ontwerp in samenspraak met de bewoners tot stand kwam.
Van barrière tot ontmoetingsplek
Toen er plannen waren om de A9 in Amsterdam Zuidoost te ondertunnelen, was dit een kans om de snelweg te veranderen van een barrière in een ontmoetingsplek bovenop de weg. Gezamenlijk pakten de gemeente Amsterdam en Rijkswaterstaat deze kans om de wijken Gaasperdam en Bijlmermeer beter met elkaar te verbinden. Bewoners kozen de toepasselijke naam Brasa-park - ‘Brasa’ betekent omhelzing in de Surinaamse taal Sranan. En dat omhelzen lukt: bewoners uit de beide wijken die elkaar voorheen slechts konden bereiken via lange tunnels onder de lawaaiige snelweg door, ontmoeten elkaar nu in het rustige park.
Hinder beperken tijdens aanleg
Voor bewoners was de aanlegfase van het project pittig. Rijkswaterstaat heeft veel gesprekken gevoerd met bewoners over de ervaren hinder van geluid en trillingen tijdens de bouw van de Gaasperdammertunnel. Deze gesprekken konden de overlast natuurlijk niet wegnemen, maar er kwamen wél oplossingen. Zo kwamen omwonenden in aanmerking voor speciaal aangemeten oordopjes en dempende koptelefoons. En voor bewoners die het dichtst bij de bouwwerkzaamheden woonden, zorgde Rijkswaterstaat tijdens periodes met veel overlast voor een tijdelijk onderkomen elders. Omdat de bouw ook doorging voorafgaande aan en tijdens de examenperiodes, financierde Rijkswaterstaat voor 150 leerlingen examentraining in de bibliotheek.
Maatschappelijk stimulans
Maatschappelijke stimulans
De omgevingsmanager van Rijkswaterstaat, Lammert Postma, merkte dat bij de omwonenden van het project het autobezit en -gebruik laag was, waardoor zij zelf weinig belang hadden bij de ontwikkelingen van de snelweg. Daarom zocht hij naar mogelijkheden hoe het project op een andere manier wat voor hen kon betekenen. Dat lukte door bewoners en lokale ondernemers een rol te geven kinderen uit de buurt bedachten hoe de minister, met hen samen, de aftrap gaf voor het project. Buurtbewoners gaven op en rond de bouwplaats rondleidingen aan bezoekers. Een lokaal startup restaurant werd ingehuurd tijdens de activiteiten. En medewerkers van Rijkswaterstaat en aannemerscombinatie IXAS gaven op de weekendschool gastlessen aan scholieren uit de buurt, bijvoorbeeld over werken in de bouw.
Weer zwemmen in de Gaasperplas
Weer zwemmen in de Gaasperplas
Postma onderhield niet alleen contacten met bewoners, hij deed dit ook met betrokken partijen. Zo vernam hij van het Waterschap Amstel, Gooi en Vecht dat de waterkwaliteit van de Gaasperplas een aandachtspunt was. De waterkwaliteit liet te wensen over, onder andere door de rechtstreekse afwatering vanaf de straten van Gaasperdam. De oplossing van waterbedrijf Waternet was: een omleiding aanleggen. Op die manier kon het water vanuit de straatkolken via de omleiding rechtstreeks op de Gaasp worden geloosd in plaats van in de recreatieplas. De omleiding, de Gaaspersingel, kwam er. Door de nieuwe singel verbeterde de waterkwaliteit snel. Sterker nog: de Gaasperplas werd door de Amsterdammers gekozen als plas met het beste zwemwater van Amsterdam. Een mooie bijvangst van het project.
Een vliegend tapijt vol voorzieningen
Een vliegend tapijt vol voorzieningen
Landschapsarchitect Ruwan Aluvihare kwam met het idee om het langgerekte park te ontwerpen als een ‘golvend Arabisch vliegend tapijt’, met een mooie rand en een serie van gevarieerde ruimtes. Verspreid over het oppervlak van dit ‘tapijt’ zijn in samenspraak met bewoners een moestuin en een speeltuin aangelegd. Én een skatepark, met behulp van input van professionele skaters. Daarnaast is er plek voor calisthenics, dans en kunst, met verschillende sculpturen van lokale kunstenaars. Dit alles is met elkaar verbonden via een door-het-groen-slingerend voetpad. Aan weerszijden van het park is een fietspad en op een aantal plekken kun je fietsend het park ‘oversteken’ via flauwe, toegankelijke hellingen.
“Samen maak je de stad”
Het uitgangspunt van Aluvihare is dat de inrichting van een plek altijd een vorm van ‘placemaking’ moet zijn: het verbeteren van de kwaliteit van de openbare ruimte door bewoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties te betrekken bij de ontwikkeling. Zijn werk start steevast met contact maken met bewoners en hun wensen verzamelen. Zo ook bij het Brasapark. Bewoners gaven aan dat ze ruig en natuurlijker groen wilden in plaats van een ‘aangeharkt’ park. Een andere wens was dat er bomen van verschillende maten zouden worden geplant. Ook een ‘eetbaar landschap’ stond op het wensenlijstje. Aan deze wensen is tegemoet gekomen met onder andere een buurtinitiatief voor een moestuin en de aanplant van 1500 bomen.
Placemaking kost tijd
Participatie gebeurde bij het Brasapark niet alleen in de ontwerpfase. Placemaking is een continue proces waarin heldere communicatie met bewoners nodig blijft. Bijvoorbeeld over de vertraging bij de aanleg van voetpaden en de vermeende bodemverontreiniging van de moestuin. Door deze tegenvallers nam het vertrouwen van de bewoners af. Het kostte de gemeente Amsterdam tijd en inspanning om dat vertrouwen terug te krijgen, legde Sam Franklin uit. Ondanks deze haperingen gebruiken steeds meer bewoners het park om te sporten, spelen en ontmoeten. Maar dit gaat niet vanzelf. Het gebruik moet nog groeien, net als het aangeplante groen. De gemeente blijft daarom investeren in tijdelijke events in het park, de betrokkenheid bij beheer en nieuwe buurtinitiatieven.
Tips van Lammert Postma voor omgevingsmanagers:
- Maak contact met, en wees nieuwsgierig naar wat bewoners en lokale partijen bezig houdt, zodat je ontdekt welke zaken er bij hen spelen. Mogelijk kan jouw project daar aan bijdragen.
- Kijk verder dan beperken van hinder tijdens de aanleg van fysieke infrastructuur. Wees alert op kansen en mogelijkheden om via jouw project de lokale leefomgeving blijvend beter te maken.
- Ook bij kleinschaligere projecten kun je met een instelling van ‘verbinding zoeken’ de leefomgeving rondom je project verbeteren, omdat wensen vaak ook kleinschalig zijn.
Tips van Ruwan Alivuhare en Sam Franklin voor participatie:
- Onze visie op ‘placemaking’ is dat je samen de stad maakt. Dit kan alleen als je een vertrouwensrelatie opbouwt met bewoners. Cruciaal daarbij is gelijkwaardigheid.
- Wees vanaf het begin helder over rollen en verwachtingen.
- Wees transparant over het proces, ook – of misschien wel vooral – als er iets mis gaat.
- Werk met foto’s en visualisaties van mogelijke inrichting en niet alleen met ontwerptekeningen of plattegronden. Foto’s maken de sfeer duidelijker voor bewoners.
- Kom naar de mensen toe en spreek bewoners in hun eigen, vertrouwde omgeving, bijvoorbeeld in het buurthuis. Of neem iemand uit de doelgroep op in je team.
- Voorkom dat participatie wordt gedomineerd door een kleine aantal assertieve mensen en partijen. Probeer altijd bewoners te betrekken die minder vooraan staan.