Het project 'Meer Bomen Nu' in Zeeland remt klimaatverandering, bevordert de biodiversiteit en verbindt mensen. Het project heeft als doel om vergroening in de provincie in een stroomversnelling te brengen.

Anouk Guilliet, die aan dit project werkt in opdracht van de provincie, vertelt over de uitvoering in de praktijk.

Boompjes liggen op de grond, klaar om geplant te worden. Op de achtergrond zie je mensen staan met scheppen in laarzen

 

Op Zeeuwse grond worden 60.000 bomen verplant

'Meer Bomen Nu' is in Zeeland van start gegaan voor in ieder geval drie jaar. Naar het initiatief van stichting MEERGroen werd dit project in 2020 opgezet door de landelijke actiegroep Urgenda. Van 2022 tot 2025 worden 60.000 kansarme bomen verplaatst naar een kansrijke plek. Het gaat om jonge boompjes of zaailingen die op een ongunstige plek proberen te groeien. Daar zullen ze niet overleven, omdat ze bijvoorbeeld verdrukt worden door andere bomen of te weinig licht krijgen. In de maanden november tot maart, wanneer de sappenstroom van bomen stil staat, kunnen deze zaalingen, slieten en stekken zonder schade worden verplant. 70-80% van de bomen overleeft het op de nieuwe plek. Dit is vergelijkbaar met de overlevingskans van een gekweekt boompje.

Vrijwilligers oogsten de bomen

Het ‘oogsten’, het uitgraven van de kansarme boompjes, wordt gedaan door vrijwilligers. Het actief meewerken aan het redden van boompjes en de vergroening van je woonomgeving geeft mensen het gevoel dat zij echt iets bijdragen. De locaties waar boompjes geoogst mogen worden, worden aangegeven door gemeenten, particulieren en terreinbeheerders als Staatsbosbeheer. Vrijwilligers gaan met spades aan de slag om de zaailingen uit de grond te halen. De oogst wordt gestuurd door vrijwillige oogstbegeleiders. Zij worden met een cursus opgeleid om oogstdagen te faciliteren.

Gratis bomen voor iedereen

De bomen worden aan het einde van een oogstdag op de oogstlocatie aangeboden. De online bomenplanner geeft aan waar en wanneer de bomen beschikbaar zijn. De rest van de bomen gaan naar een bomenhub, waar ze later kunnen worden opgehaald. Op deze bomenhubs worden de bomen door vrijwilligers ingekuild, beheerd en vervolgens uitgedeeld.

Het grootste deel van de boompjes komt terecht bij particulieren. Bijvoorbeeld in tuinen, bij boeren of in voedselbossen. Overheden mogen boompjes uit hun groengebieden natuurlijk ook zelf gebruiken voor aanplant, maar dit gebeurt nog weinig. 

Twee personen zijn bomen aan het (her)planten
Dame lacht naar de camera en heeft boompjes in de hand om te planten

 

Schoolplein en lespakket

In samenwerking met het Instituut voor Natuureducatie (IVN) is in Zeeland een schoolplein 'vergroend'. De leerlingen hebben bomen geoogst in de tuin van de conciërge. De volgende dag hebben zij de bomen gepland op hun schoolplein. De bomen vormen een haag tussen het schoolplein en de weg. IVN en Meer Bomen Nu hebben samen een lespakket ontwikkeld voor de school. 

Gemeenten betrokken bij 'Meer Bomen Nu'

In Zeeland zijn de gemeenten Tholen, Sluis, Hulst, Goes en Vlissingen actief betrokken. De gemeenten zijn vooral betrokken als facilitator van het project en (nog) niet als afnemer van de bomen. De gemeenten helpen bijvoorbeeld met communicatie en werven van vrijwilligers, het faciliteren van bomenhubs, het aanwijzen van oogstlocaties en het beschikbaar stellen van materiaal of personeel.

Tips van de projectleider van 'Meer Bomen Nu' Zeeland

  • "Betrek je collega’s van klimaatadaptatie, groen, communicatie en je wijk- en buurtteams voor een succesvolle aanpak."
  • "Investeer in de beginfase voldoende in het bouwen aan een netwerk van terrein beherende organisaties, vrijwilligers(groepen), andere overheden, maatschappelijke organisaties, scholen, bedrijven."