Een slimme inrichting van de leefomgeving stimuleert om vaker te spelen, bewegen en sporten.
Aanbevelingen spelen en bewegen:
- Zorg dat de hele buitenruimte als sport- en speelplek kan worden gebruikt. De Atlas beweegvriendelijke omgeving van het Kenniscentrum Sport en Bewegen laat zien hoe je dit kunt doen.
- Richt parken, pleinen en andere plekken zo in dat ze op verschillende manieren te gebruiken zijn. En dat het uitnodigt tot bedenken van eigen sport- of spelactiviteiten.
- Geef sport een zichtbare, centrale plek, bijvoorbeeld midden in een wijk, want zien sporten doet sporten.
- Creëer voldoende aantrekkelijke speelplekken, bij voorkeur natuurspeelplekken. Natuurspeelplekken voorzien in verschillende speelbehoeftes.
- Maak speelplekken niet alleen geschikt voor kinderen, maar voor iedereen. Denk aan zitmogelijkheden.
- Maak van sport- en spellocaties ook een ontmoetingsplek.
- Creëer een variatie aan sportplekken, die aansluit bij de behoeftes van de bewoners. Denk bijvoorbeeld aan skateparken en callanetics/fitness. Raadpleeg de bewoners: wat zijn hun wensen?
- Creëer beweegroutes, met langs de route instructies voor oefeningen in balans, kracht en uithoudingsvermogen.
- Zorg voor een kindvriendelijke woonomgeving, bijvoorbeeld brede stoepen, muurtje, palen zodat er dichtbij woningen speelruimte is. Denk hierbij ook aan zogenaamde rommelspeeltuinen, met materialen als zand, planken en tonnen, waarmee de fantasie van kinderen wordt gestimuleerd.
- Let bij locatiekeuze van speel- en sportplek erop dat er zowel zonnige als schaduwrijke plekken zijn.