Bijeenkomst Netwerk Maak Ruimte voor Gezondheid22 Mei 2024

Op 22 mei 2024 was in Utrecht de bijeenkomst ‘Naar een gezonde leefomgeving via meerdere beleidsdomeinen’, vanuit het leernetwerk Maak Ruimte voor Gezondheid. Daar kwamen ruim 60 mensen van gemeenten, provincies, GGD Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke/gewestelijke gezondheidsdienst)’s, omgevingsdiensten en adviesbureaus samen. Zij discussieerden met elkaar over het koppelen van gezondheid aan ambities van andere thema’s, mogelijke werkwijzen en hulpmiddelen daarbij. Ook gingen ze samen aan de slag in drie workshops. Over de rol van taal bij integraal werken, vuistregels voor een beweegvriendelijke omgeving en de mogelijkheden van een uniforme maatschappelijke kosten batenanalyse. Alle inzichten nog eens nalezen? Hier een korte terugblik!

Commerciële determinanten van gezondheid

Commerciële determinanten van gezondheid

Luc Hagenaars, gastspreker van het Universitair Medisch Centrum Amsterdam, houdt een bevlogen pleidooi om de relatie tussen commercie en gezondheid serieus te nemen, wetenschappelijk te onderzoeken en aan te grijpen om veranderingen in gang te zetten. Zijn kernboodschap is:

Je kunt geen ruimte voor gezondheid creëren zonder het huidige (commerciële) systeem dat ons ziek maakt aan te pakken. 

De spreker is te zien, met een deel van de zaal.


Hoe commerciële bedrijven de gezondheid beïnvloeden

Volgens Hagenaars hebben commerciële partijen te veel macht en beïnvloeden ze niet alleen het maatschappelijke en politieke debat, maar ook de wetenschap. Denk aan ‘health washing’, ongezonde producten als gezond aanprijzen, de excessieve marketing, hoe de voedingsmiddelenindustrie die hoofdsponsor is van grote Amerikaanse onderzoeksinstituten en journals. Of aan Coca Cola en Pepsi die wedijveren om ‘schenkrechten’ op Amerikaanse universiteiten. Ook in Nederland komen dit soort praktijken voor, bijvoorbeeld in zogenaamde biercontracten van studentenverenigingen.

Een andere manier waarop commerciële partijen de gezondheid beïnvloeden, is twijfel zaaien over onderzoeksuitkomsten. Omdat er weinig 100% wetenschappelijk te bewijzen valt, ondermijnen die twijfels het voorzorgprincipe. Dit kwam ook aan bod tijdens de vorige MRVG bijeenkomst. Toen benadrukte Harrie van Dijk van de Gezondheidsraad dat ‘geen bewijs voor schadelijkheid van gewasbeschermingsmiddelen niet een bewijs is van onschadelijkheid’. 

Ruimte voor gezondheid in het landelijk gebied: uitdagingen en kansen | Gezonde Leefomgeving

Hagenaars benadrukt dat Public Health teveel op het individu (leefstijl) is gericht in plaats van te kijken naar de bovenliggende, maatschappelijke, oorzaken van bijvoorbeeld overgewicht. 

 

Voorwaarden om obesitas tegen te gaan

Hagenaars noemt een aantal voorwaarden om een doorbraak te creëren op preventie van obesitas.

1. Zorg voor voldoende politieke aandacht 

Maak de maatschappelijke oorzaak en gevolgen van obesitas groots bekend. Alleen een schok zou zorgen voor voldoende politieke aandacht. 

2. Reframe het probleem

Reframing van het probleem: overgewicht niet langer bestempelen als individueel medisch probleem, veroorzaakt door keuzes qua leefstijl. Maar juist als maatschappelijke probleem dat dus ook een maatschappelijke aanpak vergt (upstream beleid, duidelijkere grenzen voor bedrijven) en andere taal (Leefomgeving ipv leefstijl, bescherming in plaats van regulering). 

Hij illustreert het nut van een andere aanpak met een vergelijking van het klimaatakkoord en het preventie akkoord. Bij het opstellen van het preventie-akkoord ging het over WAT doelstellingen moesten zijn, HOE deze behaald konden worden en eigenlijk ook OF ze wel gehaald moesten worden. Bij het klimaatakkoord ging het over HOE doelstellingen behaald moesten worden. WAT er moest gebeuren (50-55% reductie van uitstoot boeikasgassen) stond vast. Doelstelling en oplossingsrichtingen zijn wettelijk vastgelegd. Dit in tegenstelling tot de afspraken in het preventie-akkoord. 

Provincie Utrecht werkt aan een gezonde leefomgeving via andere beleidsdomeinen

Provincie Utrecht werkt aan een gezonde leefomgeving via andere beleidsdomeinen

Marieke Theeuwen vertelt hoe de provincie Utrecht werkt aan een gezonde leefomgeving. Ruim twintig jaar geleden, aan het begin van haar loopbaan bij de provincie, was dit nog pionieren. Tegenwoordig is steeds meer in beleid vastgesteld hoe en waaraan we werken als het om het realiseren van een gezonde leefomgeving gaat. 

Integraal vanuit drie oogpunten

Theeuwen vertelt dat drie ingrediënten zijn in de aanpak van de provincie Utrecht, waarmee een gezonde leefomgeving goed geïntegreerd kan worden meegenomen via andere beleidsdomeinen bij de provincie: 

  1. Ambitie en Visie op waar moeten we aan werken (in Utrecht gevat in zes hoofdprincipes)
  2. Een integrale werkwijze (met goede hulpmiddelen) én
  3. Een passende organisatiestructuur

Bij alle drie is integraal werken het uitgangspunt. Dat heeft er in de loop van de jaren voor gezorgd dat er binnen de verschillende werkterreinen van de provincie meer begrip is ontstaan voor elkaars belangen. 

Visuele weergave van de 6 hoofdprincipes welke de provincie Utrecht gebruikt voor een gezonde en veilige leefomgeving.

 

Wat is de impact binnen de provincie? 

Wat dit oplevert? Een aantal ruimtelijke opgaven waarvoor gezamenlijk draagvlak bestaat en die zijn vastgelegd in het provinciaal ruimtelijk voorstel. 

Een ander concreet voorbeeld: in het programma ‘Wonen en Werken’ en in de omgevingsverordening is meegenomen dat de hoeveelheid groen meegroeit met de woningbouw.

De provincie werkt met de zogenaamde Digital Twin Gezonde Gebiedsontwikkeling. Dit instrument geeft een driedimensionaal beeld van de kwaliteiten van het gebied in relatie tot een ruimtelijk project. De Digital Twin kan verschillende inrichtingsvarianten visueel maken en scoren op indicatoren die belangrijk zijn voor een gezonde leefomgeving. Dat maakt het een geschikt hulpmiddel om bijvoorbeeld met verschillende betrokkenen bij een plan te discussiëren over de verschillende varianten of om in gesprek te gaan met bijvoorbeeld de gemeenteraad of bewoners. Een aantal Utrechtse gemeenten past de Digital Twin toe, en de ervaring leert dat dit instrument vooral zinvol is bij middelgrote en grote, wat meer ingewikkelde, projecten. 

Eén van de gemeenten die werkt met de Digital Twin is de gemeente Nieuwegein. Daar zijn veel woningbouwplannen, maar voordat er daadwerkelijk nieuwe woningen komen, wil Nieuwegein weten wat de toename van het aantal woningen betekent voor de huidige inwoners. Wat is het effect op de leefbaarheid? Is er voldoende groen? Zijn er voldoende voorzieningen en blijven die bereikbaar? Dat soort vragen worden beantwoord, voordat de gemeente een besluit neemt, onder andere met behulp van de inzichten gekregen met een digital twin van de hele stad. Deze exercitie gebeurt in het kader van de omgevingsvisie van Nieuwegein waar een gezonde leefomgeving een duidelijke plek heeft.

Workshop MKBA voor de Gezonde Leefomgeving

Workshop MKBA voor de Gezonde Leefomgeving

Kim van Zoonen werkt binnen RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) aan het Programma Gezonde Leefomgeving aan de ontwikkeling van een maatschappelijke kosten baten analyse (MKBA) om de impact van een ruimtelijk project op de leefomgeving te toetsen. Het is de bedoeling dat deze MKBA op lokaal niveau kan worden gebruikt door gemeenten.

twee spreker met een presentatie zijn te zien aan de voorkant van de zaal, het publiek zit op een stoel en kijkt naar de sprekers.


Gezondheidseffecten héél moeilijk in geld uit te drukken

De deelnemers van de workshop praten mee over de mogelijkheden om tot zo’n praktisch toepasbaar instrument te komen. Ze leggen tijdens de discussie al gauw de vinger op de zere plek: hoe kun je verschillende typen gezondheidseffecten uitdrukken in geld en met elkaar vergelijken? Hoe vergelijk je bijvoorbeeld effecten op de sociale cohesie met effecten op het risico op infectieziekten? 

Verschillende kosten-batenanalyses

De workshopdeelnemers komen tot de conclusie dat de term ‘gezonde leefomgeving’ te breed is om er een eenduidige MKBA voor te kunnen ontwikkelen. Bovendien, vullen ze aan, blijkt het in de gemeentelijke praktijk vooral zaak om eerst te bepalen met wie je in gesprek gaat. Welke informatie heeft je gesprekspartner nodig? Wat leeft bij degene? Hoe beleeft iemand zijn eigen leefomgeving? Waaraan is behoefte? Soms blijkt een MKBA niet nodig te zijn. Of blijkt het beter om gezondheidseffecten van ruimtelijke inrichting uit te drukken in levensjaren in plaats van in euro’s. 

Ook verschillende alternatieven voor een MKBA zijn besproken. Deze input gebruikt het RIVM voor het ontwikkelen van handvatten voor het inzetten van kostenbatenanalyses in de gemeentepraktijk.

Workshop Vuistregels voor een beweegvriendelijke omgeving

Workshop Vuistregels voor een beweegvriendelijke omgeving

Rick Prins en Annemarie Ruijsbroek van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) vertellen dat zij in het kader van het Programma Gezonde Leefomgeving werken aan het ontwikkelen van vuistregels voor een beweegvriendelijke omgeving. Dit kun je zien als richtlijnen bij het (her)inrichten van bijvoorbeeld woonwijken. 

twee onderzoekers praten met elkaar voor een presentatie, op de achtergrond werken deelnemers van de workshops in groepjes aan een opdracht.


Een bruikbare vuistregel voor de praktijk

De workshopleiders schetsen de context van hun opdracht en vertellen wat ze tot nu hebben opgehaald uit de praktijk. Daarna gaan de deelnemers zelf aan het werk. Aan de hand van voorbeeldvuistregels discussiëren ze in groepjes over ingrediënten voor een goede vuistregel. 

Bevat zo’n regel een minimaal percentage van de openbare ruimte die voor spelen en bewegen moet worden ingericht? Of is de maximale afstand tussen woningen en speel- en beweegplekken belangrijker? Hoe kun je zowel speel- en beweegruimte reserveren door kwantitatieve eisen te stellen, en tegelijkertijd kwaliteit waarborgen? 

Reframing: draai het om!

Het leidt tot boeiende gesprekken. Eén van de deelnemers oppert het helemaal om te draaien: ‘Alle openbare ruimte is in principe bedoeld voor bewegen, spelen en ontmoeten, tenzij er argumenten zijn het voor een ander doel in te richten.’

Spelen met taal

Spelen met taal

Lydia van Herwaarden, communicatiedeskundige binnen het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu), neemt de deelnemers mee in de wereld van taal. 

Als aftrap laat ze de deelnemers van de workshop een filmpje zien waaruit de ‘macht van taal’ blijkt. In de video zit een man te bedelen met een kartonnen bordje naast zich met de tekst ‘I’m blind. Please help’. Voorbijgangers stoppen hem af en toe wat muntgeld toe. Als een voorbijganger de tekst op zijn karton verandert in ‘It’s a beautiful day, but I can’t see it’, blijkt dit veel meer geld op te leveren. What did you write?, vraagt de man haar. ‘Just the same, only in other words’, is het antwoord.

een spreker staat vooraan de zaal haar presentatie toe te lichten.


Taal is meer dan tekst

Tijdens de workshop neemt Van Herwaarden de deelnemers mee in de wereld van taal. Hoe kan taal vooral vóór jou werken? it gaat om veel meer dan tekst, benadrukt ze. Beelden zijn ook taal, denk aan foto’s, tekeningen, animaties. Ook komt langs: meertaligheid en verschil in taalgebruik. Deelnemers gaan met elkaar in gesprek over hun beeld bij bepaalde termen. Het blijkt dat 1 woord bij iedereen andere associaties oproept.

Hoe kun je elkaar beter verstaan?

 Tijdens het gesprek komen een aantal tips naar voren om effectiever te communiceren. Bijvoorbeeld: bepaal van tevoren de taal van je gesprekspartner. En stap in iemands belevingswereld. Wil je ruimtelijke ontwerpers bereiken? Gebruik dan zo weinig mogelijk tekst, maar juist beeld in de vorm van schetsen, foto’s of maquettes. Wat ook kan helpen om elkaar beter te begrijpen, is voor een inhoudelijk gesprek met elkaar te praten over terminologie. Wat verstaan mensen uit het ruimtelijke versus het sociale domein onder dezelfde begrippen? En wat verstaan mensen uit het gezondheidsdomein onder diezelfde termen? Een dergelijke voorbereiding helpt om elkaar tijdens het inhoudelijke gesprek beter te verstaan.